Wie zijn wij en wat geloven wij?
De Hersteld Hervormde Gemeente te Ouderkerk aan den IJssel is de voortzetting van de Hervormde Gemeente die tijdens de Reformatie, aan het einde van de zestiende eeuw ontstond.
Wij geloven dat de Bijbel het geïnspireerde Woord van God is en dat de belangrijkste leerstellingen van de Bijbel zuiver zijn verwoord in onze belijdenisgeschriften: de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels.
De gemeente
De wortels van de Hersteld Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel en omstreken gaan terug tot 1579. De gemeente omvat het volgende geografische gebied: Ouderkerk aan den IJssel, Nieuwerkerk-Hitland, Gouderak, Krimpen aan den IJssel, Krimpen aan de Lek en Lekkerkerk. De gemeente Capelle aan den IJssel en Berkenwoude behoorden na 1 mei 2004 ook enige tijd bij onze gemeente. Na de kerkelijke herindeling behoren zij nu respectievelijk bij de gemeente van Kralingseveer en Stolwijk. De toenmalige leden uit deze plaatsen zijn bij onze gemeente gebleven.
De gemeente van Ouderkerk aan den IJssel e.o. maakt deel uit van classis West van de Hersteld Hervormde Kerk en telt ruim 1400 leden.
De Hersteld Hervormde Kerk
Op 12 december 2003 namen de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden het besluit tot fusie. Een viertal maanden later, op 1 mei 2004, werd deze fusie een feit: de genoemde kerken vormen sindsdien gezamenlijk de Protestantse Kerk in Nederland.
Met name in de Nederlandse Hervormde Kerk leefde groot verzet tegen deze fusie. Tientallen hervormde gemeenten, waaronder die van Ouderkerk aan den IJssel, honderden hervormde ambtsdragers en tienduizenden gemeenteleden hadden dusdanige principiële bezwaren dat zij in geweten niet konden toetreden tot de nieuwe kerk. Naar hun overtuiging betekende deze fusie dat de Nederlandse Hervormde Kerk haar gereformeerde identiteit prijsgaf, waardoor een historische en confessionele breuk ontstond met de kerk van de Reformatie.
Zij die in geweten niet konden toetreden tot de PKN, begeerden te blijven bij het fundament, zoals dat naar hun overtuiging door God Zelf ten grondslag is gelegd aan Zijn Kerk in de Nederlanden. De Hersteld Hervormde Kerk verstaat zichzelf dan ook als voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk, met dezelfde kerkorde en dezelfde gereformeerde belijdenisgeschriften.
Gegeven de hierboven geschetste identiteit wordt in de Hersteld Hervormde Kerk een prediking voorgestaan die overeenkomstig Schrift en belijdenis is. Kernelementen daaruit zijn: een trinitarische toonzetting (de leer van de drie-eenheid), Wet en Evangelie, een rijke Christus voor een arme zondaar, noodzaak van persoonlijke wedergeboorte, bekering en geloof, de twee wegen, enzovoort. Een prediking die valt te typeren als schriftuurlijk-bevindelijk en waarin de drie stukken (ellende, verlossing en dankbaarheid) op een gezonde en evenwichtige wijze functioneren.
In de gebrokenheid waarin wij verkeerden, diende er heel veel hersteld en opgebouwd te worden. Plaatselijk, classicaal, maar ook landelijk. Via het samenroepen van noodclasses en een noodsynode kwam het tot een nieuwe classicale indeling en tot de verkiezing van een volwaardige synode. De opleiding viel weg en moest opnieuw gestructureerd worden. Aanvankelijk werd gestart met een noodopleiding, maar sinds 1 september 2005 is er via het Hersteld Hervormd seminarium, dat verbonden is aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, sprake van een eigen opleiding.
Ook voor jeugdwerk, diaconaat, zending en evangelisatie dienden nieuwe structuren te worden aangebracht en met dankbaarheid mag geconstateerd worden dat één en ander inmiddels ook daadwerkelijk gestalte heeft gekregen.
De Hersteld Hervormde Kerk telt momenteel circa 60.000 leden, verdeeld over 118 gemeenten en 6 classes. Haar opbouw is presbyteriaal-synodaal: kerkenraad – classis – generale synode. De generale synode wordt bijgestaan door diverse organen van bijstand.
Ootmoedige dankbaarheid tegenover de Koning der Kerk dient ons hart te vervullen als we zien op de voortgang van het kerkelijke leven dat er na 1 mei 2004 mocht zijn. Hier past maar één belijdenis: 'Niet ons, o HEERE, niet ons maar Uw Naam geef eer' (Psalm 115:1).
Verklaring van het kerkzegel
In het kerkzegel vallen twee onderdelen op: de kandelaar en daarbij de ster.
Allereerst de zevenarmige kandelaar, ofwel de Menora. In het Heilige, het eerste vertrek van Gods woning, stond de gouden kandelaar. In Openbaring 1 vers 12 lezen we van zeven gouden kandelaren. Hiermee worden de zeven Gemeenten bedoeld. De kandelaar staat dus voor de Gemeente. Een kandelaar dient om licht te verspreiden. Dat is ook de roeping van Gods Kerk. Christus betuigde: “Ik ben het Licht der wereld”. De Kerk, die in het licht van het Goddelijk Aanschijn wandelt, mag het ontvangen genadelicht niet voor haarzelf houden. Zij heeft het te weerkaatsen in een wereld vol donkerheid. Het licht dat Zij van Boven ontvangt, krijgt Zij uit te schijnen opdat het tot Gods eer en tot heil van de naaste zal zijn. Daarbij ziet het goud erop dat de Gemeente dierbaar is in Gods oog.
In het midden staat de ster. Zij wil ons bepalen bij Christus. Hij zegt Zelf in Openbaring 22 vers 16b: “Ik ben de Wortel en het Geslacht Davids, de blinkende Morgenster”. Uit de natuur weten we dat wanneer de nacht gaat wijken en de andere sterren verbleken, de morgenster nog blijft glanzen. Zij is bij uitstek de heraut van de nieuwe dag. Christus waarborgt de volle Dag. In Zijn toekomst zal er geen nacht meer zijn.
De ster staat in het midden. Het zegt ons: Christus is het Middelpunt. Om Hem gaat het in de Kerk. Tegelijk staat de ster achter de kandelaar. Dat geeft aan dat Christus achter Zijn Gemeente staat. Zij is Zijn werk. Hij draagt er zorg voor dat de poorten der hel haar niet overweldigen. En in het welbehagen van God, dat op Hem als Middelaar rust, deelt ook Zijn duurgekochte Gemeente. Dat deze Morgenster moge opgaan in onze harten!